De nazorg van een totale heupprothese - achterste benadering

Hans Frejlach

De nazorg van een totale heupprothese - achterste benadering

De nazorg van een totale heupprothese - achterste benadering

Goede nazorg zal een bijdrage leveren aan een sneller herstel na het plaatsen van een totale heupprothese.

Na de operatie zijn er een aantal leefregels en adviezen waar die u dient op te volgen. Dit om problemen te voorkomen en het revalidatieproces zo optimaal mogelijk te doorlopen. 

De nieuwe heupprothese is de eerste zes tot twaalf weken gevoelig voor luxaties (uit de kom gaan; ontkoppelen van de prothese). Het gewrichtskapsel, dat voor stabiliteit zorgt voor het nieuwe heupgewricht, is tijdens de operatie uitgerekt en zal eerst moeten herstellen. Het is belangrijk dat er in die tijd geen heupbewegingen worden gemaakt die een luxatie kunnen veroorzaken. 

De regels en adviezen op deze pagina beschreven hebben betrekking op de nazorg van een achterste benadering. Indien uw totale heupprothese via een voorste benadering (ASI) is geplaatst, lees dan hier verder over de nazorg. 

Voorkomen van een luxatie

Om te voorkomen dat de heupprothese luxeert (uit de kom gaat; ontkoppelen van de prothese), zijn er een aantal bewegingen die voorkomen moeten worden. 

Het gewrichtskapsel en de omliggende spieren zorgen ervoor dat de heupkop in de heupkom blijft liggen. Tijdens de operatie is er in het kapsel en de spieren gesneden of zijn deze uitgerekt en geven daarom minder steun. Het duurt ongeveer zes tot twaalf weken voordat zij voldoende genezen zijn en er voldoende littekenweefsel is gevormd om de heupkop stevig genoeg in de heupkom te houden. Om te voorkomen dat in deze genezingstijd de heupkop uit de heupkom wordt geduwd, moet worden voorkomen dat er te veel kracht op de heupkop komt te staan.

Bewegingen die u niet mag maken bij een achterste benadering:

  • Buig de heup niet meer dan 90 graden
  • Kruis het geopereerde been niet over het andere been
  • Draai het geopereerde been niet naar binnen

Voorkom dat u kunt uitglijden of struikelen.

Bewegingen die voorkomen dienen te worden bij een totale heupprothese geplaatst met een achterste benadering om ontkoppeling van de prothese te voorkomen.

Regels en adviezen bij staan en lopen​

  • Kruis de benen nooit
    • Zorg dat de benen naast elkaar staan
  • Houd de tenen naar voren gericht
    • Draai de voet van het geopereerde been niet naar binnen
  • Buig niet voorover en hurk niet om te voorkomen dat de heup te ver buigt
    • Als u iets van de grond wilt rapen, plaats dan eerst het geopereerde been achter u, zoek met één hand steun op stoel of tafel en reik met uw vrije hand
  • Maak geen draaibeweging: draai de schouders of taille niet in de richting van het geopereerde been waarbij de voet vast op de grond staat
    • Til de voet van het geopereerde been op en draai het hele lichaam in de richting van het geopereerde been
    • Maak kleine stapjes in de richting waarin men wil draaien, maak hierbij vooral gebruik van het “goede” been
  • Stap niet op verhogingen waarbij de knie hoger komt dan de heupen
  • Trek de knie niet op richting de buik. Zet bijvoorbeeld uw voet niet op een stoel om de kousen aan te trekken.
    • Gebruik zo nodig een kousen-aantrekker en lange schoenlepel
  • Beperk traplopen
    • Trap op: niet geopereerde been eerst
    • Trap af: geopereerde been eerst
  • Ga regelmatig een stukje wandelen
  • Neem kleine passen en loop langzaam op vochtige of oneven ondergrond om uitglijden of struikelen te voorkomen
  • Draag schoenen die stevig om de voet zitten, een niet gladde zool hebben en een brede hak
    • Schoenen met hoge hakken en slippers zijn de eerste drie maanden na de operatie ongeschikt omdat u hiermee kunt vallen
  • Zorg dat u niet te ver hoeft te reiken
    • Neem liever een extra stap of zet spullen binnen handbereik
Regels en adviezen bij de achterste benadering geplaatste totale heupprothese bij staan en reiken.

Regels en adviezen bij zitten

  • Gebruik stoelen met armleuningen en een rechte rugleuning. Gebruik de armleuningen van de stoel voor ondersteuning wanneer u wilt gaan zitten of staan. Dit vermindert de druk op de benen en heupen. Het voorkomt ook de neiging naar voren te buigen bij het opstaan
  • Ga niet met de benen over elkaar zitten of direct naast elkaar
    • Ga zitten met gespreide benen (ongeveer 15 cm uit elkaar) waarbij de tenen naar voren wijzen
  • Ga niet op een stoel zitten waarbij de heupen op hetzelfde niveau of lager uitkomen dan de knieën
    • Plaats zo nodig een kussen op de stoel zodat uw heupen hoger blijven dan de knieën
    • Ga niet op zachte banken of stoelen zitten. Men zakt dan te ver weg, waarbij de heup te veel buigt
  • Buig het bovenlichaam niet naar voren als u gaat zitten of vanuit een zittende positie opstaat
    • Houdt het bovenlichaam recht en steun op de armleuningen wanneer u gaat zitten en staan
    • Zet daarbij het geopereerde been naar voren en de voet van uw andere been onder de stoel
  • Leun in zittende houding niet naar voren
    • Houdt het bovenlichaam recht

Toilet

  • Een standaard toilet is te laag, de heup moet dan te ver buigen. Maak gebruik van een toiletverhoger waarbij de heupen hoger blijven dan de knieën
  • Handgrepen aan weerszijde van het toilet maken zitten en opstaan gemakkelijker
  • Indien u op de verdieping waar u slaapt geen toilet heeft, gebruik dan een toiletstoel
Regels en adviezen bij de achterste benadering geplaatste totale heupprothese bij het zitten.

Regels en adviezen bij liggen en slapen

  • Leg de benen nooit over elkaar.
  • Trek de knieën niet richting de borst (foetus houding)
  • Zorg dat de tenen van het geopereerde been niet naar binnen draaien
  • Slaap bij voorkeur op de rug met een kussen tussen de benen
    • Leg geen kussen onder uw knieën 
  • Slaap niet op de buik. Het probleem met op de buik liggen is dat de voeten dan te ver naar buiten of te ver naar binnen draaien
  • Buig niet voorover als u in bed ligt, bijvoorbeeld om de deken of kussen te pakken
    • Zorg dat de deken en het kussen op de juiste plek liggen voordat u in bed stapt
  • Houd bij het in- en uit bed stappen de voet van het geopereerde been goed zoveel mogelijk recht
    • Stap bij voorkeur eerst met het geopereerde been uit bed
    • Stap bij voorkeur met niet geopereerde been in bed
  • Zorg dat de hoogte van uw bed ongeveer twee centimeter boven u knieholte uitkomt
    • Verhoog zo nodig het bed met een extra matras. Dit voorkomt dat de heup te ver buigt
  •  Slaaphouding:
    • Slaap bij voorkeur de eerste zes weken op uw rug met een dik kussen tussen de bovenbenen
    • Zijligging mag op uw geopereerde zijde en met een dik kussen tussen de benen
    • Op uw niet geopereerde zijde mag u weer liggen na zes weken, maar pas nadat u op controle geweest bent
  • Slaap bij voorkeur de eerste weken op de begane grond. U kunt een bed lenen bij de thuiszorgwinkel
  • Zorg dat het matras stevig genoeg is om te voorkomen dat u te diep wegzakt

Seksuele activiteit

Seksuele activiteit is meestal weer mogelijk tussen vier en zes weken na de operatie. Extreme bewegingen van de heup dienen echter de eerste drie maanden worden vermeden.

Regels en adviezen bij de achterste benadering geplaatste totale heupprothese bij liggen en naar bed gaan.

Regels en adviezen bij wassen, douchen en aankleden

  • Het is veiliger om zittend te douchen
    • Maak gebruik van een douchekruk of -stoel die aan te passen is in hoogte. Zorg ervoor dat de hoogte zo wordt aanpast dat de heupen hoger blijven dan de knieën tijdens het zitten
  • Voorkom uitglijden en maak gebruik van een antislipmat
  • Ga niet in bad zitten. De heup buigt hierbij te veel.
  • Niet voorover buigen, knielen en hurken
    • Maak zo nodig gebruik van hulpmiddelen bij het wassen en afdrogen (helping hand, badborstel)

Aan- en uitkleden

  • Niet staand aan- of uitkleden
    • Ga op een stoel zitten of op de rand van het bed
  • Houd de voet van het geopereerde been zoveel mogelijk recht
  • Buig niet voorover. Trek de knieën niet op. Kruis de benen niet
    • Gebruik hulpmiddelen (helping hand, kousenaantrekker, elastische veters, lange schoenlepel)
  • Begin bij het aankleden met het geopereerde been
  • Begin bij het uitkleden met het niet-geopereerde been
  • Vraag hulp bij het aan- en uittrekken van elastische kousen

Regels en adviezen bij huishoudelijke taken

  • Niet voorover buigen, knielen of hurken
  • Beperk uw huishoudelijke activiteiten en werk zoveel mogelijk zittend
  • Wissel staan en zitten zoveel mogelijk af en neem regelmatig pauzes
  • Voorkom zwaardere activiteiten, zoals stofzuigen en bed verschonen
  • Doe het strijken bij voorkeur zittend
  • Doe het snijwerk zittend aan een tafel of op een sta-kruk bij het aanrecht. Als het bereiden van maaltijden problemen geeft, kies dan voor een cateringservice of kant en klaar maaltijden
  • Ga niet op trapjes staan
  • Reorganiseer zo nodig kastjes, zodat u niets van een lage plank hoeft te pakken

Regels en adviezen bij autorijden

Tot de eerste controle op de polikliniek na zes weken mag men niet autorijden, fietsen of zwemmen. 

  • De eerste zes weken mag u niet zelf autorijden, meerijden kan wel. Er is geen aangepast vervoer nodig
  • Ga pas zelf weer autorijden als u toestemming heeft van uw arts en verzekeraar
    • Om te kunnen autorijden moet u een stuk kunnen lopen zonder hulpmiddel. De kruk moet in de achterbak en u moet naar het portier kunnen lopen
    • Daarnaast moet u genoeg kracht in het geopereerde been hebben. Dit oefent u bij de fysiotherapeut op de leg-press. Als u 30 kg kan wegdrukken met uw geopereerde been, dan heeft u genoeg kracht en coördinatie in uw been
  • Van uw verzekering mag u pas weer autorijden als u van uw orthopedisch chirurg toestemming hebt gekregen. Wel onder de voorwaarden zoals hierboven beschreven

In en uit een auto stappen:

Instappen:

  • Als u met iemand meerijdt bij voorkeur voorin naast de chauffeur
  • Stoel geheel naar achteren schuiven en rugleuning iets naar achteren
  • Het in- en uitstappen gaat gemakkelijker als de zitplaats wordt verhoogd met een stevig kussen met een plastic (vuilnis)zak eromheen zodat het draaien beter gaat
  • Ga zijwaarts op de zitting zitten en draai de benen bij
  • Pauzeer bij langere autoritten
    • Stop iedere één à  twee uur om even te lopen

Uitstappen:

  • Draai bij het uitstappen eerst de benen uit de auto. Ga vervolgens zijwaarts op de zitting zitten en sta dan pas op
  • Steun nemen kan het beste op een volledig geopend raampje
  • Stap in de auto vanaf straathoogte, niet vanaf het trottoir
Regels en adviezen bij de achterste benadering geplaatste totale heupprothese bij het in en uit de auto stappen.

Regels en adviezen bij fietsen en sporten

Fietsen

Men mag vrijwel direct starten met fietsen op een hometrainer. Daar kan men gemakkelijk op- en afstappen en de val kans is minimaal. Na overleg met uw arts en fysiotherapeut mag u starten met fietsen buiten, als u de heup voldoende kan buigen.

Sporten

Hervatten van sport gebeurt altijd in overleg met de orthopedisch chirurg en fysiotherapeut.

Fietsen, wandelen, zwemmen en fitness zijn geschikte sporten om uit te voeren met een totale heupprothese. Contactsporten zoals voetbal en basketbal worden afgeraden vanwege de grotere kans op vallen en tijdens het rennen een grotere druk op de prothese. Hardlopen wordt derhalve ook afgeraden.

Skiën is toegestaan wanneer men dit al vaker heeft gedaan. We raden niet aan om het pas te gaan leren wanneer de totale heupprothese is geplaatst, vermijd de drukke/moeilijke gebieden. Recreatief tennissen is ook toegestaan. Hervatten van andere sporten na overleg met uw arts.

Regels en adviezen bij de achterste benadering geplaatste totale heupprothese ten aanzien van sporten.

Heup niet te zwaar belasten

Protheses zijn van hoogwaardige kwaliteit. Toch is voorzichtigheid wel geboden. Een prothese kan bijvoorbeeld los gaan zitten. Daarom wordt afgeraden om prothese tijdens het werk of sporten zwaar te belasten. Het is belangrijk springbewegingen te voorkomen, de heup wordt dan te veel belast. 

Til niet meer dan ongeveer vijftien kilogram. Alles wat u optilt, voegt gewicht toe dat uw nieuwe heupprothese moet ondersteunen.

Verwijderen van de hechtingen

De operatiewond in de huid is is gesloten met één van de volgende hechtmethoden:

  • Oplosbare hechtingen, die niet verwijderd hoeven worden, maar vanzelf oplossen. Soms is het nodig om de knoopjes van deze hechtingen weg te knippen als deze gaan irriteren
  • Nietjes. Deze mogen ongeveer de twaalfde dag na de operatie worden verwijderd bij de huisarts

De huid rondom de hechtingen zal er de eerste twee weken wat geïrriteerd uitzien. Deze zal verbeteren nadat de knoopjes van de hechting of de nietjes zijn verwijderd. De roodheid zal na het verwijderen van de hechtingen minder worden. Als het wondgebied rood blijft, erg gezwollen is, of vocht uitkomt, dient men contact opnemen met de polikliniek Orthopedie.

Douchen en baden

De volgende regels dient men na de operatie in acht te nemen bij het douchen en baden. Dit om een verstoorde wondgenezing te voorkomen.

  • Als er nietjes zijn geplaatst, mag douchen als de wond volledig droog is. Meestal is dit na drie tot vier dagen
  • Als er oplosbare hechtingen zijn gebruikt, mag u weer douchen als de wond niet meer lekt en dus volledig droog is. Meestal is dit na drie tot vier dagen
  • Om voor die tijd te kunnen douchen, kan men bij de apotheek of thuiszorgwinkel een beschermhoes aanschaffen
  • Na het douchen de wond droog deppen, NIET wrijven.
  • Gebruik voor het drogen van de wond steeds een schone handdoek!
  • Gebruik rond het wondgebied geen crème of lotion.
  • Men mag pas weer in bad als de wond gesloten is, meestal is dit na zes weken
  • De operatiewond moet schoon en droog blijven
  • Men kan de wond het beste alleen met water wassen door deze voorzichtig af te spoelen met de douchekop

Wondverzorging

Als de wond droog dan hoeft men er niks meer aan te doen. Lekt de wond nog bloed of wondvocht dan kan men gebruik maken van de steriele pleisters, die men op recept heeft verkregen. Men mag de operatiewond, tijdens het vervangen van de pleisters, niet aanraken.

Gebruik de eerste vijf tot zes weken geen crème of lotion op de wond. Ook geen littekencrème! De wond dient helemaal dicht en rustig te zijn.

Voorkomen van infecties bij de prothese

Vanwege de prothese is het belangrijk dat u infecties voorkomt en zo nodig snel laat behandelen. Een infectie door een bacterie elders in het lichaam kan zich via de bloedbaan uitbreiden en de bacterie kan in de prothese gaan zitten. Omdat de prothese niet doorbloed is is een infectie daar moeilijk te genezen door het eigen lichaam en kan antibioticum het gebied zeer moeilijk bereiken.

Enkele adviezen en regels met betrekking tot voorkomen van een infectie bij de prothese:

  • Ga de eerste drie maanden niet naar een pedicure. Nagels knippen mag wel. Indien er hierna bij de pedicure een wondje ontstaat is het belangrijk deze goed te verzorgen. Gaat het wondje infecteren (rood, dik, pus), ga dan naar de huisarts voor controle en vertel dat u een prothese heeft
  • Dreigt er een infectie te ontstaan of heeft u al een infectie (bijvoorbeeld een urineweginfectie, wondjes aan been of voet van het geopereerde been, steenpuisten, bronchitis, keelontsteking), neem dan contact op met uw huisarts. De infectie wordt dan zo nodig met antibiotica behandeld
  • Zijn er plannen voor een operatie of inwendig onderzoek (kijkoperatie), meld dan altijd aan uw specialist dat u een prothese heeft
  • Bij tandheelkundige behandelingen, zoals een tandwortelbehandeling of trekken van kiezen of tanden is een beschermende behandeling met antibioticum NIET nodig

Hervatten werk

Wanneer u weer uw werkzaamheden kunt hervatten is afhankelijk van het soort werk dat u doet, de grootte van de revisie en hoe voorspoedig de revalidatie verloopt. In het algemeen wordt er gestreefd naar een werkhervatting binnen drie maanden.

  • Voor licht werk, zoals kantoorbaan zal men na zes weken weer het werk kunnen hervatten
  • Voor zwaarder werk, waarin men mobieler dient te zijn, zal dit tien tot twaalf weken duren
  • Bij zwaar lichamelijk werk, zoals werk in de bouw, zal slechts een klein deel van de patiënten de werkzaamheden kunnen hervatten

Werkhervatting dient bij voorkeur te gebeuren onder begeleiding van een bedrijfsarts. Mogelijk dient men de werkzaamheden (tijdelijk) aan te passen. Zo nodig kan de re-integratie gefaseerd plaatsvinden, men bouwt de werkzaamheden in fases op.

Voorkomen trombose

Om stolselvorming (trombose) in de bloedvaten te voorkomen, is het nodig dat u na de operatie start met bloedverdunnende medicatie. Hiervoor krijgt u fraxiprine in de vorm van injecties, die u zelf kunt toedienen in buik of bovenbeen. Vanaf zes uur na de operatie kunt u een eerste injectie zetten. De verpleegkundige leert u hoe u deze injectie met het bloedverdunnend medicijn moet toedienen. Deze injecties blijft u tot vier weken na de operatie zetten. 

Gebruikte u voor de operatie al bloedverdunners vanwege een andere medische aandoening dan wordt vooraf besproken hoe u in deze periode deze medicijnen moet gebruiken.

Medicatie na de operatie

Na de operatie dient u een aantal medicamenten thuis te gebruiken. Hiervoor is er vooraf een recept naar uw apotheek verstuurd. U krijgt pijnstillers, een bloedverdunners, een laxeermiddel en iets tegen de misselijkheid. 

De medicijnen en/of dosering wordt voor iedere patiënt zonodig aangepast. Het is belangrijk dat u zich houdt aan de afspraken die zijn gemaakt met de arts tijdens het poliklinisch spreekuur of het Pre-Operatieve Spreekuur (POS).

Lees hier meer over de medicatie die u heeft gekregen.

Poliklinische controle

U komt voor op controle bij de orthopedisch chirurg na:

  • Zes weken
  • Eén jaar
  • Vijf jaar
  • Na het vijfde jaar komt u iedere twee jaar

De reden dat u iedere twee jaar onder controle blijft is om te controleren dat de heupprothese niet loslaat. U dient zelf deze termijnen in de gaten te houden en een afspraak te maken. Voorafgaand aan de poliklinische controle zal er een Röntgenfoto van uw heup worden gemaakt.

Wat is normaal na een operatie?

Na de operatie zult u nog een tijd klachten hebben. Dit zijn normale verschijnselen als gevolg van de operatie. Vaak is het lastig om in te schatten of dit normaal is of een teken is van een probleem. Hier staan een aantal klachten opgesomd, die normaal zijn na de operatie.

Het is normaal dat u na de operatie last heeft van:

Na een operatie kan men zich enige tijd niet helemaal fit voelen, zeker als men een algehele narcose heeft gehad. U kunt last hebben van spierpijn en/of keelpijn (bij narcose).

Na een algehele narcose kan men nog een enkele dagen last hebben van misselijkheid. Indien nodig mag men een medicament tegen de misselijkheid innemen, die men op recept heeft verkregen.

Verder moet men na een algehele narcose voorzichtig zijn met zware maaltijden. Deze kunnen misselijkheid veroorzaken.

 

Als u rookt, houdt er dan rekening mee dat roken na een narcose vaak klachten van duizeligheid, misselijkheid en braken veroorzaakt.

De eerste twee weken na de operatie kan men nog pijn hebben aan de geopereerde heup. Dit is normaal en betekent niet dat de prothese los zit of niet goed werkt. U heeft pijnstilling gekregen, die u mag gebruiken. De pijn wordt vanzelf minder en na ongeveer drie maanden zal men weinig last meer hebben.

Het eerste jaar kan men nog wel pijn hebben als men bijvoorbeeld een lange wandeling heeft gemaakt.

Ook kan men een tijd last houden van pijnlijk gevoel tijdens het lopen als men net is opgestaan.

Dit kan de eerste maanden aanwezig zijn.

Het geopereerde been kan tot ongeveer drie maanden na de operatie flink dikker zijn dan het andere been, maar het kan tot een jaar duren voordat het weer helemaal normaal is. Als men meer staat en loopt, kunnen ook het onderbeen en de voet dik worden. Dit is niet ernstig, maar kan lastig zijn, bijvoorbeeld omdat een schoen niet meer past of knelt. De eerste weken dat men weer thuis is zal het been geleidelijk minder dik worden. Meestal is ’s avonds het been het meest gezwollen.

Om de zwelling te verminderen, is het verstandig om ‘s morgens en ’s avonds een uur lang met de benen omhoog te zitten. Ook is het belangrijk regelmatig de oefeningen uitvoert die men van de fysiotherapeut leert.

Ook kan de heup warm aanvoelen, dit is normaal en kan een lange tijd, soms wel maanden, aanhouden. Extreme roodheid van de heup is echter abnormaal en men dient dan contact op te nemen met de polikliniek Orthopedie.

Er kan een bloeduitstorting ontstaan in uw knie, die langzaam kan zakken richting uw onderbeen en enkels. Dit is onschuldig en het gevolg van kleine bloedingen in het operatiegebied die vanzelf zullen stelpen. De bloeduitstorting zal door het lichaam worden opgeruimd. dit duurt ongeveer vier tot zes weken.

De nachtrust kan de eerste tijd verstoord zijn.

Het is niet verstandig om slaapmedicijnen te gebruiken. U kunt hiervan suf worden, met een grotere kans op vallen.

Er ontstaat vocht in de heup na de operatie. Dit vocht wordt door het lichaam zelf opgenomen in het bloed en afgevoerd in de urine. Dit gebeurt vaak in de nacht, als men plat in bed ligt, met als gevolg dat men vaker naar het toilet moet.

Wanneer moet u contact opnemen?

Mocht er zich in de thuissituatie na de operatie iets voordoen, met betrekking tot de ingreep, dat dringend hulp/attentie nodig heeft, dan kunt u contact opnemen met de kliniek of met het algemene nummer van Acibadem IMC: 020 238 8800. Bij complicaties kunt u Acibadem IMC (buiten) werktijden op het noodnummer bereiken: 06 214 66 796

Als u thuis bent, dan neemt u bij één of meer van de volgende verschijnselen contact op met Acibadem IMC:

  • U voelt zich ziek of krijgt koorts van 38,5˚C of hoger vanaf vijf dagen na de operatie
  • Toename van de pijn, die onvoldoende reageert op de pijnstilling
  • De geopereerde heup voelt warmer aan dan eerst of wordt dikker
  • De wond zoveel heeft gelekt dat de pleister totaal is verzadigd
  • De wond lekt na dag 7 na de operatie nog steeds bloed of wondvocht
  • De omgeving rondom het verband is rood en pijnlijk.
  • Als de wond gaat lekken of dik wordt en/of meer pijn gaat doen
  • Als uw kuit pijnlijk, dik of warm aanvoelt
  • Bij pijn in de kuit tijdens het optrekken van de tenen
  • Als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit eerst wel goed mogelijk was

Meer weten...?

Klachten van uw heup of knie?

U bent van harte welkom op mijn poliklinisch spreekuur. U heeft hier een verwijzing van uw huisarts voor nodig. Alle regulier verzekerde zorg wordt gegarandeerd zonder bijbetaling aangeboden.

Contact Informatie

020 238 8800

Arlandaweg 100

1043 HP Amsterdam

Info@drfrejlach.com

Contact formulier

Veelgestelde vragen

FAQ

Overleg vooraf altijd met uw orthopedisch chirurg. In het algemeen geldt:

  • Korte vluchten (minder dan 4 uur vliegen): Na 12 weken
  • Lange vluchten: Na 6 maanden

Antwoord

U kunt een afspraak op de polikliniek maken door telefonisch contact op te nemen met 020 238 88 00

De kromgroeiende boom is wereldwijd het symbool van de orthopedische chirurgie

Bignummer: 39028030601

© 2020 All rights reserved

Artrose

Prothesiologie

Revisiechirurgie

Bandletsel

Meniscusletsel

Instabiliteit

Artrose

Prothesiologie

Revisiechirurgie

Posterolaterale hoek

Multiligamentair letsel

Sport Orthopedie

Sportblessures

Overbelastingsletsels

Frictiesyndromen