Corticosteroïd Injectie

Hans Frejlach

Knie artrose

Corticosteroïd Injectie

Hans Frejlach

Corticosteroïd Injectie

916CB7B1-FA40-4EEC-8377-3852036CA214

Corticosteroïd injectie

Als een ontstekingsreactie een oorzaak of gevolg is van klachten en aandoeningen, kan een orthopedisch chirurg ervoor kiezen om een injectie te geven met een ontstekingsremmer. Dit kan in gewrichten, pezen en slijmbeurzen. 

Inhoud

Wat zijn corticosteroïden?

Corticosteroïden zijn hormonen, die in het lichaam door de bijnier worden aangemaakt. In de injectie worden synthetische corticosteroïden gebruikt. In het lichaam zijn ze van invloed op onder andere de bloedsuiker, de eiwit- en vetstofwisseling en de water- en zouthuishouding.

Een ander effect van corticosteroïden, waarvan gebruikt wordt gemaakt bij de injectie, is dat ze werken als ontstekingsremmer.

Wat is een ontstekingsreactie?

Een ontstekingsreactie is een normale reactie van het lichaam op een letsel of irritatie. Een ontstekingsreactie gaat gepaard met pijn, warmte en zwelling. Door de zwelling kunnen structuren, zoals pezen, bekneld raken.

Het doel van de injectie met een corticosteroïd is om deze ontstekingsreactie te remmen en hiermee de pijn, zwelling en eventuele beknelling doen afnemen. Soms zijn hier meerdere injecties voor nodig.

Wat zit er in de injectie?

De injectie bestaat uit een combinatie van corticosteroïden en een verdoving:

  • Kenacort® (triamcinolonacetonide) of Depo-Medrol® (methylprednisolon)
  • Lidocaïne

Waarom een corticosteroïd injectie?

Men kan een injectie met een corticosteroïd geven om een diagnose te stellen (diagnostisch) of om een klacht/aandoening te behandelen (therapeutisch).

Diagnostisch

Indien er twijfel ontstaat over de oorzaak van klachten, kan men op proef een injectie plaatsen. 

Als de pijnklacht na enkele minuten afneemt of verdwijnt, heeft de arts direct meer duidelijkheid wat het probleem is. Als men niet direct een effect merkt zal men wachten op het effect van de corticosteroïd, dit is vaak na vijf dagen, het kan ook twee tot drie weken duren.

Therapeutisch

Er zijn verschillende klachten en aandoeningen binnen de orthopedie, die veroorzaakt worden door of gepaard gaan met een ontstekingsreactie. Bij een aantal van deze aandoeningen kan een corticosteroïd injectie soelaas bieden als andere therapie zoals relatieve rust, fysiotherapie en ontstekingsremmers (NSAID’s) geen of onvoldoende effect hebben gehad. 

Indicaties voor een corticosteroïd injectie:

  • Artrose
  • Slijmbeursontsteking (bursitis)
  • Ontsteking van een (pees)schede (tendinitis / tendovaginitis)
  • Carpaal tunnel syndroom

Corticosteroïd injecties worden NIET gegeven bij:

  • Gewicht dragende pezen zoals de kniepees en de achillespees. De kans dat deze scheuren, omdat de pees tijdelijk kwetsbaarder is, is significant
  • Het is gebleken dat bij een aantal aandoeningen de klachten juist toenemen na injectie met een corticosteroïd. Hierbij wordt slechts in uitzonderlijke gevallen een injectie gegeven.
    • Tennis of golfers elleboog (epicondylitis lateralis en medialis)
    • Hielspoor (fasciitis plantaris)
    • Frozen shoulder (capsulitis adhesiva)

Hoe wordt de injectie geplaatst?

Vaak kan de injectie tijdens een poliklinisch bezoek door de orthopedisch chirurg worden gezet. Op indicatie wordt er onder zicht van een echo, op de afdeling Radiologie, door de radioloog in de te behandelen structuur geprikt. Hiervoor wordt een afspraak voor u ingepland.

Wanneer en hoe lang mag u effect verwachten?

Door de verdoving, die in de injectie zit, zal de pijn binnen enkele uren al afnemen. Als de verdoving is uitgewerkt, meestal na twee tot vier uur, zal de pijn ook weer toenemen.

Het ontstekingsremmende effect van het corticosteroïd, met hierbij vermindering van de klachten, gaat na drie tot vier dagen werken, maar werkt dan ook nog weken tot maanden door. Of u baat heeft bij de behandeling met een corticosteroïd-injectie is na één tot twee weken goed te beoordelen. Als u na zes tot acht weken nog geen verbetering bemerkt, heeft u vermoedelijk geen baat bij de behandeling en heeft een tweede injectie geen zin.

Hoe lang het effect van een corticosteoïd injectie aanhoudt is vooraf moeilijk te voorspellen.

Bij bepaalde aandoeningen, zoals een peesontsteking of een slijmbeursontsteking, kan een corticosteroïd genezend werken en is men hierna blijvens klachtenvrij. De klachten kunnen ook alleen tijdelijk verdwijnen en na enkele weken tot maanden terugkomen.

In andere gevallen, zoals bij artrose, zal het leiden tot een tijdelijke afname van klachten, omdat het beschadigde kraakbeen niet kan genezen en na een rustige periode weer een ontstekingsreactie kan ontlokken. Hoe lang het effect van een corticosteroïd injectie aanhoudt is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de ernst van de artrose, bijkomend letsel, de bouw van het gewricht en het activiteitsniveau van de patiënt.

Hoe vaak mag een corticosteroïd injectie worden gegeven?

In een gezond gewricht en in pezen wordt een corticosteroïd maximaal drie maal per jaar geïnjecteerd. De tussenpoos tussen de injecties varieert per aandoening en locatie. Het risico op kraakbeenschade of het verzwakken van een pees door een corticosteroïd injectie neemt toe met het aantal injecties. Dit is de reden waarom het aantal injecties wordt beperkt.

In een gewricht met reeds ernstig beschadigd kraakbeen bij artrose, kan men vaker injecteren. Het doel hiervan is pijnklachten tijdelijk te verminderen en de functie te verbeteren om op deze wijze een operatie uit te stellen. De periode die men wint met het uitstellen van een gewrichtsvervangende operatie wordt dan afgewogen met de tijd die men verliest door het risico op verdere kraakbeen beschadiging.

Wanneer mag u geen corticosteroid injectie krijgen?

Bespreek voor de injectie met uw arts uw gezondheid om te beoordelen of een ontstekingsremmer hier geen negatief effect op heeft.

Een injectie mag u niet toegediend krijgen indien:

  • U zwanger bent
  • Als u borstvoeding geeft
  • Bij een verlaagde afweer
  • Indien er sprake is van een (recente) maagzweer of een maagbloeding
  • Als u een actieve infectie heeft (bijvoorbeeld: blaasontsteking, luchtweginfectie, koorts, verkouden/griep, huidinfectie) of deze recent heeft gehad

Let op

Bloedverdunners

Meldt vooraf duidelijk bij uw arts als u bloedverdunners gebruikt. De geïnjecteerde ontstekingsremmer kan van invloed zijn op de mate waarin bloedverdunners werken. Indien u bloedverdunners krijgt (via uw arts of via de trombosedienst) waarvoor u uw INR (mate van bloedverdunning) moet laten controleren, adviseren wij u om contact op te nemen met uw arts of de trombosedienst om extra controlemomenten van de INR aan te passen (en zo nodig aanpassing van de dosering van de bloedverdunners). In sommige gevallen dient men zelfs enkele dagen voor de injectie helemaal te stoppen met de bloedverdunners.

U mag de bloedverdunners Ascal® en Carbasalaatcalcium gewoon blijven gebruiken.

Diabetes Mellitus (suikerziekte)

Als u diabetes mellitus heeft, kunnen na de injectie de bloedsuikers ontregelen. Het advies is om de eerste twee weken na de injectie, de bloedsuikers vaker dan normaal te controleren. Neem zo nodig contact op met uw diabetes verpleegkundige of praktijkondersteuner van uw huisartsenpraktijk voor advies.

Adviezen en regels voor na de injectie

Er zijn een aantal adviezen en regels waaraan u zich dient te houden na de injectie.

  • U mag zelf naar huis rijden, fietsen of lopen of met het openbaar vervoer reizen. Indien u na injecties/bloedafname vaker licht in het hoofd bent geworden of (bijna) bent flauwgevallen, is het aanbevolen om niet zelf te rijden of te fietsen of alleen te reizen met het openbaar vervoer. Regel dan vooraf vervoer
  • U mag het behandelde lichaamsdeel gedurende één week niet zwaar belasten (niet zwaar tillen en dergelijke)
  • U mag gedurende één week niet sporten of trainen indien het behandelde lichaamsdeel hierbij wordt belast
  • Bij pijn mag u zo nodig koelen en paracetamol gebruiken

Mogelijke bijwerkingen en complicaties

Regelmatig

Na de injectie kunnen de pijnklachten verergeren. Zij zullen hierna afnemen in ernst in de eerste twee tot drie dagen na de injectie. U kunt hiervoor zo nodig tijdelijk paracetamol nemen en koelen met ijs.

De injectie plek kan warm aanvoelen en er kan een zwelling ontstaan. Dit neemt na twee tot drie dagen af.

Soms

U kunt opvliegers krijgen: uw gezicht en hals kunnen plots rood worden en u kunt een warmtegevoel krijgen en hierbij transpireren. Dit is tijdelijk en verdwijnt meestal na enkele dagen. Dit kan zowel optreden bij vrouwen als bij mannen.

Na een injectie met een ontstekingsremmer kunt u wat last krijgen van hoofdpijn. Dit is onschuldig. Zo nodig kunt u hiervoor paracetamol gebruiken.

Door hormoonschommelingen kunnen mensen wat veranderingen in hun stemming ervaren. Dit is van voorbijgaande aard.

Er kunnen op de injectieplek lokale huidafwijkingen ontstaan: de huid kan dunner of stugger worden of er kunnen verkleuringen ontstaan van de huid (hypo- of hyperpigmentatie). Deze huidafwijkingen ontstaan meestal na één tot vier maanden en zullen binnen zes tot 30 maanden pas vanzelf verdwijnen. In sommige gevallen zullen zij niet meer vanzelf verdwijnen.

Er kan een deukje in de huid ontstaan op de injectieplek ((sub)cutane atrofie). Deze kan maanden tot jaren aanwezig zijn. In sommige gevallen verdwijnt dit deukje niet meer vanzelf.

Er kunnen schommelingen in uw hormonen ontstaan, waardoor tijdelijk een verandering kan plaatsvinden van het menstruatiepatroon.

  • Na de injectie komt de menstruatie vaak te vroeg, is deze heviger en langduriger dan gebruikelijk. Dit is onschuldig, maar kan als hinderlijk worden ervaren.
  • Ook is het mogelijk dat de menstruatie een cyclus geheel wegblijft of later start dan u gewend bent.

Door het ontstaan van mogelijke schommelingen in de hormonen, kan bij vrouwen na de overgang in de eerste weken na de injectie postmenopauzaal bloedverlies optreden. Dit is tijdelijk en onschuldig.

Er kan bij de injectie een bloeduitstorting ontstaan. Dit is onschuldig en zal vanzelf verdwijnen.

Zeer zelden

Er kan, ondanks desinfecterende maatregelen, een bacteriële infectie ontstaan van de huid of in het gewricht. Als u ziek wordt of koorts krijgt drie tot vijf dagen na de injectie neem dan direct contact op met uw arts. Ook dient u contact op te nemen als er een toename is van zwelling, roodheid of pijn van uw gewricht.

Mensen met de spierziekte myasthenia gravis kunnen extra last van hun aandoening krijgen. Neem hierover contact op met uw arts.

Er kan bij langdurig en/of veelvuldig gebruik van corticosteroïden kraakbeenschade ontstaan. Dit is de reden waarom het aantal injecties in een gezond gewricht beperkt worden.

Een allergische reactie op het corticosteroïd of de lidocaïne komt zelden voor.

Bij langdurig en/of veelvuldig gebruik van corticosteroïden kan een pees dermate kwetsbaar worden dat deze vanzelf scheurt. Dit kan ook optreden na het te zwaar belasten van de geïnjecteerde pees direct na behandeling.

Er kan in het gewricht een bloeding ontstaan, het gewricht wordt dan dik (en soms ook rood). Neem in dit geval contact op met uw arts. Een kleine zwelling en plaatselijke roodheid op de locatie van de injectie is onschuldig en zal vanzelf verdwijnen.

Wisselwerking met andere medicijnen

Geef aan uw arts duidelijk aan welke medicatie u gebruikt en of u recent gevaccineerd bent. Uw arts kan dan bepalen of de injectie geplaatst kan worden en, indien er een wisselwerking is met medicatie die u gebruikt, of en welke maatregelen er genomen dienen te worden.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende:

De geïnjecteerde ontstekingsremmer kan van invloed zijn op de mate waarin bloedverdunners werken. Indien u bloedverdunners krijgt (via uw arts of via de trombosedienst) waarvoor u uw INR (mate van bloedverdunning) moet laten controleren, adviseren wij u om contact op te nemen met uw arts of de trombosedienst om extra controlemomenten van de INR aan te passen (en zo nodig aanpassing van de dosering van de bloedverdunners). In sommige gevallen dient men zelfs enkele dagen voor de injectie helemaal te stoppen met de bloedverdunners.

Pas op met het gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers, zoals acetylsalicylzuur, diclofenac, ibuprofen, naproxen en celecoxib. Ontstekingsremmende pijnstillers hebben als bijwerking maag- en darmproblemen. De geïnjecteerde ontstekingsremmer kan de kans op deze bijwerking verhogen. De pijnstiller paracetamol heeft deze bijwerking niet. Deze kunt u veilig gebruiken.

Bepaalde vaccins, zoals het BMR-vaccin, het gele koortsvaccin en de capsules met buiktyfusvaccin. Een ontstekingsremmer vermindert de werking van deze vaccins. Het BMR-vaccin en het gele koortsvaccin mag u niet gebruiken als u meer dan twee weken een ontstekingsremmer gebruikt. Het buiktyfusvaccin dat u via de mond kunt innemen, mag u ook niet gebruiken. Het is wel mogelijk het buiktyfusvaccin via een injectie te krijgen. Neem hierover contact op met uw arts.

Middelen onder andere gebruikt bij epilepsie die een van de volgende bestanddelen bevatten: carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne of primidon en het middel tegen tuberculose rifampicine. Deze middelen kunnen de hoeveelheid ontstekingsremmer in het bloed verlagen. Bij stoppen verhogen ze juist de hoeveelheid ontstekingsremmer. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Dus ook als u met een van deze middelen gaat stoppen.

Sommige middelen tegen HIV: Iopinavir/ritonavir en ritonavir. De hoeveelheid ontstekingsremmer in het bloed kan door deze middelen stijgen Hierdoor zijn de werking en de bijwerkingen sterker. Raadpleeg uw arts als u deze combinatie voorgeschreven heeft gekregen.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang zijn? Neem dan contact op met uw apotheker of behandelend arts.

Neem (direct) contact op indien...

Neem (direct) contact op met de polikliniek Orthopedie indien:
  • U koorts (temperatuur boven 38,5 °C) ontwikkelt drie tot vijf dagen na de injectie
  • Uw gewricht rood en dik wordt of u veel pijn heeft (een kleine zwelling of plaatselijke roodheid op de geïnjecteerde plek is geen reden tot zorgen)
  • Indien u na de injectie ernstige pijn houdt, die langer dan drie dagen aanhoudt

Hiervoor kunt u contact opnemen met Acibadem IMC op 020 238 8800 of buiten werkuren op het noodnummer 06 214 66 796

Indien u twijfelt over de klachten die u ontwikkelt of als u nog vragen heeft naar aanleiding van deze informatie, neem dan contact op met uw arts.

Meer weten...?

Klachten van uw heup of knie?

U bent van harte welkom op mijn poliklinisch spreekuur. U heeft hier een verwijzing van uw huisarts voor nodig. Alle regulier verzekerde zorg wordt gegarandeerd zonder bijbetaling aangeboden.

Contact Informatie

020 238 8800

Arlandaweg 100

1043 HP Amsterdam

Info@drfrejlach.com

Contact formulier

Veelgestelde vragen

FAQ

antwoord

antwoord

U kunt een afspraak op de polikliniek maken door telefonisch contact op te nemen met 020 238 88 00

De kromgroeiende boom is wereldwijd het symbool van de orthopedische chirurgie

Bignummer: 39028030601

© 2020 All rights reserved

Artrose

Prothesiologie

Revisiechirurgie

Bandletsel

Meniscusletsel

Instabiliteit

Artrose

Prothesiologie

Revisiechirurgie

Posterolaterale hoek

Multiligamentair letsel

Sport Orthopedie

Sportblessures

Overbelastingsletsels

Frictiesyndromen